Een groep enthousiaste leden van KV Winsum hebben de koppen bij mekaar gestoken en een commissie gevormd met als doel de realisatie van een kaatsmuur in Winsum. Deze commissie heeft na vele vergaderingen, het bijeenbrengen van de nodige subsidies en andere creatieve bedenksels om het benodigde geld bij mekaar te brengen, hun doel behaald. De kaatsmuur staat, EN HOE.
Chapeau voor de volhardendheid van de commissie, welke bestond uit: Pieter Hilverda, Robert Grovenstein, Hotze Bonnema, Bert Groen en Johannes Boersma.
Spelregels muurkaatsen
Spelers
– Er wordt 2-2 of 1-1 gespeeld.
Materiaal
– Er wordt een rubberbal gebruikt. De big ball (Big Blue of Skybouncer) of de Challenger 1 (voor de jeugd).
– Er wordt of zonder handbedekking gespeeld of met speciale dunne handschoenen.
Veld
– Lengte 10.4 meter, breedte 6.1 meter. Muurhoogte 4.9 meter
– Opslaglijn voor positie van de serveerder. Bij de opslag blijft de speler achter de lijn en ook de stuit van de bal vindt plaats achter de lijn.
– Zogenaamde shortline/opslaglijn voor waar de opslagbal minimaal overheen moet stuiten in het speelveld.
Het spel
• De wedstrijd bestaat uit 2 sets van 21 punten en eventuele een derde van 11 punten. Bij aanvang van de derde set zal de scheidsrechter via “toss” bepalen wie met de opslag begint.
• De bal zal alleen met de hand gespeeld worden. Het aanraken van de bal met éénder welk ander lichaamsdeel, is fout.
• De bal mag maar 1x aangeraakt worden.
• Alle lijnen zijn IN.
• Bij de opslag, moet de speler eerst de bal 1x laten stuiten. De bal dient eerst de muur te raken en nadien de service-lijn overschrijden (lijn is IN). De speler bevindt zich bij de opslag in het opslagvlak en mag met de voet(en) de servicelijn niet raken of overschrijden. De bal dient de muur te raken en dan binnen het wedstrijdveld terug te komen.
• Na de opslag, mag de bal door de tegenpartij gespeeld worden, van zodra hij de servicelijn overschrijdt. De tegenpartij mag niet in het opslagvlak komen te staan, vooraleer de opslager de opslag heeft gedaan en vooraleer de bal de servicelijn overschrijdt.
• De bal mag zonder of met 1 stuit worden gespeeld.
• De opslag bij aanvang van de wedstrijd zal gaan naar het team of de speler die de “toss” wint. De opslager mag vrij kiezen waar hij in het opslagvlak bij de opslag zal staan.
• In het dubbelspel zal de medespeler van de speler die de opslag heeft, zich buiten het veld ter hoogte van het opslagvlak bevinden. Deze mag het veld betreden, zodra de bal bij de opslag de servicelijn heeft overschreden, doch zonder de tegen-spelers te hinderen.
Bij aanvang van de set zal de volgorde van opslag aan de scheidsrechter worden meegedeeld. De reservespeler, welke komt te spelen, zal de volgorde van de gewisselde speler innemen.
De speler 1 van het team A die de toss heeft gewonnen zal eerst opslaan en zal dit blijven doen zolang zijn team of hijzelf punten blijft scoren. Als hij een punt verliest, zal de opslag naar team B gaan, waar speler 1 begint op te slaan. Ook deze blijft opslaan tot hij punten blijft scoren. Wanneer hij een punt verliest, zal de opslag overgaan naar speler 2 van team B. (Bij het enkel spel zal de bal dan gewoon overgaan naar de tegenpartij.)
• De opslag mag maar beginnen wanneer de scheidsrechter de punten van de wedstrijd heeft aangegeven.
• Een team kan een punt scoren alleen als het team aan de opslag is.
• Bij de opslag krijgt de opslager alleen maar een tweede kans als de bal de achterste lijn van het veld zonder stuit heeft overschreden of wanneer de bal voor de servicelijn een eerste maal stuit.
• De bal is out als deze de laterale en mediale lijnen van veld zonder stuit overschrijdt of buiten de lijnen van de muur wordt gespeeld.
• Als de speler 1 van Team A de bal op speler 2 van Team A speelt, is dit een fout.
• Er is steeds respect bij het laten spelen van de bal door de tegenspeler. Indien er een beweging is van een speler van Team A zodat de speler van de Team B de bal niet goed kan spelen, kan speler van Team B een “block” vragen. De scheidsrechter beslist dan of de bal moet worden overgespeeld. Als de scheidsrechter een beweging als “vrijwillig” interpreteert en dit om de tegenspeler geen kans te geven om te spelen, kan deze een fout melden.
• Als de opslager bij de opslag de bal te dicht bij zichzelf speelt of de bal komt terug tussen de benen, kan de tegenpartij een “hinder-serve” vragen. De scheidsrechter bepaalt of het dit is.
• Een medische Time-out is maximum 15 minuten en kan maar 1x per wedstrijd worden toegestaan.
• Elk team (dubbel) of elke speler (singels) heeft recht op 1 Time-Out van 30 seconden per set. In de derde set is er GEEN Time-out meer toegestaan.
• Om de winnaar in het toernooi aan te duiden, zal het diegene zijn die de meeste punten heeft verzameld. Indien dit gelijk zou zijn, gaan we kijken naar de gewonnen wedstrijden en nadien naar de verloren wedstrijden. Mocht dit nog allemaal gelijk zijn, zullen de gehaalde spelen geteld worden en nadien de spelen die er verloren werden.